Foto

Foto
Het is al laat als ik het café binnenloop. Eigenlijk te laat, ik ben doodop na een lange dag op de beurs. Maar ik heb nog geen zin om naar mijn hotelkamer te gaan. En aangezien er dit keer geen leuke buurmannen waren die me spontaan hielpen met mijn spullen, zit ik hier in mijn eentje met een glas wijn aan de bar. Er zitten nog een paar gasten aan een tafeltje, maar het is al duidelijk bijna sluitingstijd. Ik heb dan ook even met mijn blauwe ogen moeten knipperen voor ik nog een wijntje kreeg van de barman. ‘Lange dag gehad?’ zegt hij, terwijl hij mijn glas volschenkt. Ik knik, vertel in het kort wat ik heb gedaan. ‘Zonde,’ zegt hij. ‘Het was prachtig weer buiten.’ Ik zucht. ‘Morgen zal ik er ook niks van merken, dan zit ik weer in het vliegtuig naar huis’. Soms, heel soms, baal ik van mijn werk. Maar gelukkig ben ik erdoor vaak in de gelegenheid om nieuwe mensen te leren kennen. Zoals Marc, deze barman. We knopen een prettig gesprek aan.

Aan de wand hangen prachtige foto’s, met verschillende onderwerpen. Landschappen, portretten, sfeerbeelden. ‘Mooi’, zeg ik. ‘Dank je,’ antwoordt Marc. ‘Fotografie is mijn hobby.’ Hij schenkt mijn glas nog eens vol. ‘Helaas gaan we zo sluiten. Sorry,’ voegt hij eraan toe, als hij mijn smekende ogen ziet. De laatste gasten zijn inmiddels vertrokken. ‘Jammer, het werd net gezellig,’ zeg ik. ‘Je maakt echt prachtige foto’s. Verkoop je wel eens wat?’ Hij zet de fles neer, kijkt me nadenkend aan. Dan glimlacht hij even, geeft me een knipoog. ‘Goed’, zegt hij, pakt de fles wijn en twee glazen mee en loopt een deur door. Ik blijf verbaasd zitten, tot hij zijn hoofd om de hoek steekt: ‘Kom je nog?’ Ik trek mijn wenkbrauwen op. Mijn nieuwsgierigheid wint, en ik volg hem.

Achter de deur is een gang, met nog meer deuren. De eerste deur staat open. Wat ik daar zie, had ik totaal niet verwacht. Een prachtige fotostudio, klein, maar zeer goed voorzien. ‘Mijn hobby’, zegt mijn gastheer. Hij zet de glazen op een tafeltje en schenkt ze vol. Ik loop met een glas in mijn hand rond in het kamertje, bewonder de professioneel uitziende camera en verlichting. ‘Ga maar zitten’, zegt hij, wijzend op een krukje dat voor een witte achtergrond staat. Voor ik het weet heeft hij al wat foto’s geschoten. ‘Ik zie er niet uit!’ protesteer ik. ‘Jawel, heel naturel juist. Probeer je te ontspannen.’ Ik probeer te doen wat hij zegt, maar word er een beetje giechelig van. ‘Ik ben geen fotomodel’, zeg ik ter verdediging. ‘Jawel,’ vindt Marc. Hij loopt naar een kledingrek in de hoek. ‘Hier, kies hier eens wat uit.’ Ik aarzel. ‘Ik heb vanmiddag foto’s gemaakt voor de portfolio van een wannabe-model. Ze komt haar kleding morgen ophalen. Je hebt haar postuur, ik denk dat het je prima past.’ Hij trekt een donkerblauwe avondjurk uit het rek. ‘Zal je prachtig staan met dat lange blonde haar van je’.

Achter het kamerscherm hangt een lange spiegel, en ik moet toegeven: hij heeft gelijk. Alleen piept mijn beha boven het diepe decolleté uit. Ik kleed me deels weer uit en leg mijn beha bovenop mijn kleding. Nu valt de jurk nog iets mooier zelfs. ‘Jammer dat je geen schoenen erbij hebt,’ roep ik. ‘In het kastje rechts van je,’ klinkt prompt het antwoord. Verrek, dat had ik nog niet eens gezien. Ik trek een paar zwarte stiletto’s aan en wandel het studiogedeelte weer in. Marc zuigt zijn adem in. ‘Wauw’. Ik glimlach. ‘Dank je.’ Mijn giechelige bui is gelijk over, ik voel me fantastisch in die jurk. De fotomodellenposes komen als vanzelf, en Marc maakt tientallen foto’s. Een beetje overmoedig geworden door de wijn en vermoeidheid schuif ik de stof van de jurk iets opzij, zodat mijn borsten haast helemaal zichtbaar worden. ‘Prachtig’, zegt Marc vanachter de camera, terwijl hij afknipt. Hij kijkt even op, met pretlichtjes in zijn ogen. Ik ken die blik, er vormt zich een kriebelend gevoel in mijn onderbuik. ‘Wacht’, zeg ik en loop naar het kledingrek. ‘Zo terug.’ Ik heb nog wat interessants zien hangen. Niet veel later kom ik terug in een superstrak rood latex jurkje met zwarte laarzen die tot over mijn knieën reiken. De grijns op Marcs gezicht vertelt me dat het me goed staat. ‘Nice’, zegt hij. Hij schiet wat plaatjes, en loopt dan weg. Even later komt hij terug met wat attributen: een zweepje en een masker. Ik voel weer een lachkriebel opkomen, maar weet die te onderdrukken. ‘Zeker puur voor je fotohobby?’ vraag ik. Marc grinnikt. Hij zet het masker bij me op, en zijn vingers strelen even mijn hals. Het lijkt of er iets bliksemt als onze ogen elkaar vinden. Het duurt maar een fractie van een seconde, maar heel even houden we allebei onze adem in. Dan loopt hij terug naar zijn camera, vertelt me hoe ik moet staan en kijken.

Af en toe valt er een gespannen stilte, waar de sfeer net nog ongedwongen en losjes was. In zo’n stilte valt mijn oog op een camera op een plank. Ik loop eropaf. Het is een ouderwetse Polaroid-camera. Ik pak hem op en maak een foto van Marc die op zijn beurt mij fotografeert. Ik wapper even met plaatje dat eruit komt, en langzaam verschijnt zijn foto. ‘Die hou ik’, zeg ik. ‘En ik die van jou’, zegt Marc. Hij loopt op me af, schiet foto na foto. Ik schiet terug met de Polaroid. Tot ineens het licht uitvalt, en we allebei stilstaan. ‘Shit’. Ik giechel en maak een foto. De automatische flitser verraadt mijn positie, ik hoor Marc op me afkomen. Het is stikdonker, kennelijk is de elektriciteit in de hele wijk uitgevallen, want ook van de straatverlichting komt geen streepje licht meer. Het is inmiddels bewolkt geworden, een onweersbui hangt in de warme avondlucht. Ik hou mijn adem in en maak geen geluid. Dan voel ik ineens een hand omhoog glijden langs het latex van mijn jurkje, een warme adem in mijn hals, een paar lippen op zoek naar mijn oorlelletje. Een likje, een knabbeltje, een stem die fluistert ‘Kom eens mee’.

Een hand gaat van mijn rug naar mijn arm, zoekt mijn hand. Ik word meegevoerd een andere kamer in. Buiten schuiven de wolken uiteen en de maan wordt zichtbaar. Ik zie een kastje met wat kaarsen erop, een bed, Marcs silhouet. De camera leg ik weg. Twee handen nu op mijn lijf, omhoog langs mijn contouren. Ze omvatten mijn gezicht en er volgt een heerlijke zoen. Met vaardige vingers wordt de rits van mijn jurkje opengemaakt. De laarzen volgen niet veel later. Het bleke maanlicht verlicht Marcs aangename lichaam, dat heel dicht bij me staat. Ik heb zin hem aan te raken, te strelen, te zoenen, te beminnen. De laatste kledingstukken verdwijnen op de grond. De lakens voelen koel en zacht aan.

Zachte lippen knabbelen aan me, kussen me. Hals, borsten, tepels, buik. Handen volgen het spoor omlaag. Ik begraaf mijn vingers in zijn haar, spreid mijn benen. Een warme tong glijd door mijn liezen, verdwijnt tussen mijn natte lipjes. Met een lange haal belandt hij op mijn clit, speelt er even mee. De zachte lippen van daarnet omvatten mijn gevoeligste plekjes, zuigen, knabbelen, likken. Een stevige grip nu, doelbewust en trefzeker. Er raast direct een rush door me heen, een aanstormende golf die aangenaam explodeert. Ik krijg nauwelijks kans om adem te halen. Twee vingers verdwijnen in me, prettig bewegend, zoekend en vindend. Nieuwe golven overspoelen me. Ik kom een beetje omhoog, zie de spieren in zijn onderarm bewegen terwijl hij me keer op keer laat komen.

De maan verdwijnt weer achter de wolken, het bleke licht wordt verduisterd. Marc trekt een laatje open. Ik hoor het klikken van een aansteker, en dan branden er twee kaarsen aan weerszijden van het bed. In dit nieuwe, bewegende licht ziet hij er weer anders uit. Schaduwen dansen op zijn torso, de vlammen worden weerspiegeld in zijn ogen. Ik sla mijn armen om hem heen als hij weer bij me kruipt, rol samen met hem om zodat ik bovenop hem kom te zitten. ‘Jouw beurt,’ zeg ik lachend. Ik blijf hem aankijken terwijl mijn mond afzakt naar zijn erectie. Met één hand hou ik hem rechtop, met de ander omvat ik zijn ballen. Ik begin met kleine likjes op zijn eikel, en zak heel langzaam verder over hem heen. Ik voel hem tot achterin mijn keel, hard en warm. Traag trek ik mijn mond terug, en laat mijn lippen opnieuw heel langzaam eroverheen zakken. Lange, lome likken langs de schacht, tot aan het topje, weer terug, over zijn ballen, en weer omhoog. Een diep gekreun vertelt me dat ik goed bezig ben.

Met likjes en kussen ga ik omhoog, beweeg mijn lijf over het zijne tot ik zijn mond heb bereikt. Een gretige zoen volgt. Twee handen omvatten mijn billen, hijsen me iets op. Als vanzelf glijdt hij bij me naar binnen, ik ben drijfnat. Ik richt me op, de handen verschuiven naar mijn borsten. Langzaam ga ik op en neer. Het kaarslicht danst weer in zijn ogen, lange schaduwen flakkeren door de kamer. Nu met de elektriciteit ook de airco is uitgevallen is het warm en klam. Mijn lijf glanst van het zweet. Ik krijg het nog heter naarmate ik het tempo opvoer, hijgend en steunend op mijn handen pomp ik mijn heupen op en neer. Hard en fel stoot hij in me, schuurt langs prettige plekjes, wat nog meer vochtigheid veroorzaakt. De blik in zijn ogen wordt feller, net als onze ademhaling. Met een ferme kreun duwt hij zijn heupen omhoog, zo diep mogelijk in me. Ik voel korte, hevige stootjes, krampende spieren, nog meer zweet. Ik lach, zoen hem zacht.

Met één hand pak ik de camera die op het kastje ligt. Ik knip wat foto’s, van zijn lach, het licht in zijn ogen, zijn bezwete lijf. Buiten flitsen de straatlantaarns ineens aan, ik hoor een koelkast aanspringen, de airco begint weer te zoemen. ‘Perfecte timing’, zegt Marc en pakt mijn hand. We lopen de badkamer in, met een ruime douchecabine. ‘Eerst even afspoelen.’ ‘En dan?’ vraag ik. Hij lacht. ‘Dan beginnen we opnieuw.’ ‘Dat kan hier ook,’ antwoord ik, en stap bij hem in de warme waterstraal. We zepen elkaar in, spoelen elkaar af. Marcs lippen gaan verder waar ze daarnet zijn opgehouden, en al gauw moet ik me vastgrijpen aan de douchestang om niet te vallen. De tegels voelen koel aan tegen mijn rug, een aangename rilling trekt door me heen. Ik sla een been over Marcs schouder, die op zijn knieën voor me zit, en laat me gaan. Het warme water, de hitte in me, de koele tegels. Mond en tong. Meer voel ik niet.

Marc draait de kraan dicht, en neemt me mee terug naar het bed. We laten glibberige, natte sporen na. De lakens waren al doorweekt van ons zweet en andere lichaamssappen, maar we nemen geen tijd om ons af te drogen. We zoenen, strelen, hijgen. Ik word op mijn knieën gezet, voorover geduwd, en dan voel ik hem weer bij me binnendringen. Hard en stevig neemt hij me nu, lang en lekker. Ferme klappen klinken door de ruimte als zijn heupen mijn billen keer op keer raken, diep in me dringt, ver terughaalt en weer diep erin. Buiten slaat de regen inmiddels hard tegen de ramen. Het onweert in de verte, een bliksemflits verlicht heel even de kamer.

Uren later is het pas weer droog buiten. De foto’s die her en der door de kamer verspreid liggen getuigen van een wilde nacht. Als ik ze de volgende ochtend bij elkaar raap kan ik een glimlach niet onderdrukken. Ik heb ze niet nodig om me deze nacht te herinneren.

Bir yanıt yazın

E-posta adresiniz yayınlanmayacak. Gerekli alanlar * ile işaretlenmişlerdir